Tot de risico’s behoren alle zaken van materiële betekenis voor de financiële situatie, waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd, geen verzekeringen zijn afgesloten of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid.
De gemeentelijke risico’s zijn in te delen in twee hoofdgroepen:
- macro-economisch gebonden risico’s (exogene risico’s);
- organisatiegebonden risico’s (endogene risico’s).
In onderstaande risicokaart zijn de risico’s opgenomen, onderverdeeld naar kans en impact, waaruit de risicoscore wordt bepaald op basis van kans-score x impact-score. Het aantal risico’s is in onderstaande tabel vermeld:
Risicokaart Dronten
Leeswijzer: het getal 4 rechtsonder op de kaart geeft aan dat er vier risico’s zijn geformuleerd met impact-score 5 en kans-score 1. Deze vier risico’s hebben een risicoscore van 5 x 1 = 5.
In onderstaand schema zijn de risico’s inclusief risicoscore vermeld. De gewijzigde risico’s en risico’s met een hoge risicoscore (8 en hoger) worden nader toegelicht.:
Omschrijving risico's | Progr | Verwachte kans | Verwachte impact | Eenmalig of structureel | Risico score | |
Exogene risico's: | | | | | | |
Uitkeringen van het Rijk | 0 | 70% | 500.000 | Structureel | | 20 |
Precariobelasting | 0 | ↑ 70% | 900.000 | Structureel | | 20 |
Transities Sociaal Domein | 6 | 70% | 1.500.000 | Structureel | | 20 |
SW bedrijf | 6 | 80% | 200.000 | Structureel | | 16 |
Inkomensdeel P-wet | 6 | 70% | 250.000 | Structureel | | 16 |
Regelgeving Vpb en BBV | 0 | ↓ 50% | ↓ 200.000 | Structureel | | 12 |
Leerlingenvervoer | 4 | 40% | 50.000 | Structureel | | 6 |
Bijstand zelfstandigen | 6 | 50% | 30.000 | Structureel | | 6 |
Bodemsaneringen | 7 | 20% | 500.000 | Eenmalig | | 5 |
Minimabeleid | 6 | 10% | 50.000 | Structureel | | 3 |
Renteontwikkelingen | 0 | 10% | 50.000 | Structureel | | 3 |
Endogene risico's: | | | | | | |
Grondexploitatie (risico in | | | | | | |
algemene dienst)* | 8 | 70% | 4.000.000 | Structureel | | 20 |
Eigenaarschap soc huurwoningen MFG Swifterbant (nieuw) | 8 | 50% | 2.000.000 | Eenmalig | | 15 |
Beheerkosten openbare ruimte | 2 | 50% | 200.000 | Structureel | | 12 |
OFGV herziening kostprijsberekening (nieuw) | 7 | 50% | 200.000 | Structureel | | 12 |
Minder legesinkomsten | | | | | | |
omgevingsvergunning | 8 | ↓ 50% | ↓ 100.000 | Structureel | | 12 |
Kosten ICT | 0 | 50% | 100.000 | Structureel | | 12 |
Programma dienstverlening/ BRP | 0 | 50% | 100.000 | Structureel | | 12 |
Personele risico’s | 0 | 40% | 200.000 | Structureel | | 8 |
Inkomsten begraafplaats | 7 | 40% | 60.000 | Structureel | | 6 |
Procedures subsidies | 5 | 40% | 50.000 | Eenmalig | | 6 |
Garantstellingen OFW (WSW) | 8 | 1% | 1.300.000 | Eenmalig | | 5 |
Garantstellingen HVC | 7 | 10% | 950.000 | Eenmalig | | 5 |
Garantstellingen Impact | 6 | 10% | 260.000 | Eenmalig | | 4 |
Overige garantstellingen | 0 | 5% | 130.000 | Eenmalig | | 4 |
Europese aanbestedingen | 0 | 10% | 150.000 | Eenmalig | | 4 |
Gladheidbestrijding | 7 | 20% | 100.000 | Eenmalig | | 4 |
Schade vandalisme | Div | 40% | 30.000 | Eenmalig | | 4 |
Gebruik accommodaties | Div | 5% | 50.000 | Eenmalig | | 3 |
Reïntegratieprocedure | 0 | 5% | 40.000 | Eenmalig | | 2 |
Kosten bestuursdwang | Div | 10% | 15.000 | Eenmalig | | 1 |
Totaal | | | 14.265.000 | | | |
* risico’s van grondexploitaties worden apart berekend in de perspectiefnota.
Toelichting op gewijzigde risico’s en risico’s met een hoge risicoscore (8 of hoger)
Risico Uitkeringen van het rijk
Toelichting
De algemene uitkering gemeentefonds is afhankelijk van de rijksuitgaven (samen de trap op en samen de trap af), van de rijkskortingen bij de decentralisatie van taken en van wijzigingen in het verdeelmodel van de algemene uitkering. Forse kortingen kunnen leiden tot een meerjarig niet sluitende begroting.
Beheersmaatregel
In de Programmabegroting 2015 zijn bezuinigingsvoorstellen doorgevoerd om het begrotingstekort 2015 en 2016 af te dekken. De meerjarenraming is voor 2017 en 2018 sluitend. Opties voor extra bezuinigingen zijn bij de Kadernota 2015 uitgewerkt, maar op dit moment niet noodzakelijk. Afhankelijk van de financiële situatie kunnen die op een later moment worden ingezet.
Risico precariobelasting nutsnetwerken –gewijzigd-
Toelichting
Met ingang van 2012 is de gemeente Dronten precario gaan heffen op kabels en leidingen (nutsnetwerken). De opbrengst bedroeg in 2012 en 2013 ruim 600.000 euro en vanaf medio 2014 wordt ruim 900.000 euro aan precario geheven door een aanpassing in het aantal m2. Het Rijk heeft al meerdere malen aangegeven deze precariobelasting te willen verbieden. In februari 2016 heeft de minister een wetsvoorstel ingediend waarbij uitgegaan wordt van een overgangstermijn van 10 jaar voor gemeenten die precariobelasting op nutsnetwerken heffen. De kans is door dit wetsvoorstel dus aanmerkelijk verhoogd maar het is nog niet zeker of het wetsvoorstel wordt aangenomen.
Beheersmaatregel
Zodra het Rijk de regelgeving conform het wetsvoorstel aanpast moeten we de heffing van precario in 10 jaar tijd afbouwen. Dit betekent dat we in de meerjarenraming jaarljiks ingaande 2018 90.000 euro lagere inkomsten kunnen opnemen wat een effect heeft op het begrotingssaldo.
Risico’s transities Sociaal Domein
Algemeen risico transities sociaal domein:
Het risico is dat de nieuwe taken niet binnen de overgedragen rijksbudgetten kunnen worden uitgevoerd.
Toelichting:
Het onbekende terrein en de nieuwe doelgroepen die naar ons overkomen, brengen risico’s met zich mee die zich moeilijk laten vertalen. De uitvoering van de jeugdhulp en de verschillende taken die vanuit de AWBZ zijn overgedragen zijn nieuw voor de gemeente. Ook bij de Participatiewet komen nieuwe doelgroepen op ons af. Bovendien hebben we te maken met forse bezuinigingen.
Met ingang van 2016 is gefaseerd overgestapt naar een verdeling van de Rijksbudgetten op basis van objectieve verdeelmodellen. Uit de meicirculaire 2016 blijkt dat de invloed hiervan op het Wmo-budget te verwaarlozen is. Voor het Jeugdbudget daarentegen krijgt de gemeente Dronten een fikse korting te verwerken, oplopend tot 11% structureel (boven op de autonome korting van 15% die doorgevoerd is bij de invoering van de nieuwe Jeugdwet). De jeugdhulp in het kader van voogdij en jeugdbescherming/jeugdreclassering 18+ wordt met ingang van 2017 bekostigd op basis van historisch gebruik (T-2). Dit betekent voor 2017 een verlaging van het budget van ca. 500.000 euro. Voor de Jaren erna flucueert het budget. Ook bij de participatiewet is een extra korting doorgevoerd.
Beheersmaatregel:
Door een goede monitoring van budgetuitputting te organiseren willen we continu zicht houden op de uitgaven, zodat we snel kunnen bijsturen wanneer dit nodig is. Daarnaast is een bestemmingsreserve transitie sociaal domein gecreëerd (samenvoeging van een drietal bestaande reserves ter hoogte van bijna € 2 miljoen) om overgangskosten in de eerste jaren te kunnen opvangen. Bij de jaarrekening 2015 is € 2 miljoen aan deze reserve toegevoegd. Dit positieve saldo is relatief gezien de taakstelling voor komende jaren. Na een ingroeiperiode van drie jaar zouden de rijksmiddelen structureel toereikend moeten zijn. Ten aanzien van de jeugdhulp wordt nagegaan of het historisch budget voogdij en jeugdbescherming/jeugdreclassering 18+ voor het jaar 2017 goed is berekend. Het ministerie van VWS heft aangegeven de knelpunten van gemeenten op te pakken. Ten aanzien van de Participatiewet is gebleken dat de business case niet genoeg oplevert om het tekort vanaf 2017 op te vangen. Er zal dus verder gekeken moeten worden of er binnen de kaders van het beleidsplan Transities Sociaal Domein (TSD) mogelijkheden zijn dit tekort terug te dringen. Als dit niet mogelijk blijkt, zal het beleidsplan TSD – deel Participatiewet bijgesteld moeten worden.
Risico’s transitie Wmo/AWBZ
Toelichting:
De transitie Wmo bevat onder meer de volgende risico’s:
- Het aantal inwoners dat een beroep doet op de Wmo neemt toe;
- Meer gebruik van duurdere zorg dan verwacht;
- Juridische risico’s (toename bezwaarschriften), de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep dwingen ons om de huishoudelijke hulp anders te organiseren;
- Er wordt onvoldoende verwezen naar en gebruik gemaakt van voorliggende algemene voorzieningen;
- Toename van verwarde mensen in schrijnende omstandigheden;
- Een toename van ontregelde huishoudens van mensen met verstandelijke beperkingen en/of geestelijke gezondheidsproblemen;
- Faillissement zorgaanbieders.
Beheersmaatregel:
- Om de risico’s te beperken of op te kunnen vangen zijn de volgende maatregelen getroffen:
- Een deel van ons budget reserveren we voor onvoorziene en onontkoombare uitgaven in de vorm van een stelpost;
- Door de contractering te baseren op kostprijzen betalen we de werkelijke kosten in plaats van de kosten op historische grondslag;
- Opgedane ervaringen worden verwerkt in de inkoopovereenkomsten 2017.
Professionals worden getraind in systemisch en relationeel werken. Door de eenduidige toegang en werkwijze werken we integraal, vraag- en resultaatgericht. Oplossingen zullen meer gevonden worden in het sociaal netwerk en algemene voorzieningen. We werken samen in het, waar nodig, opstellen van één plan van aanpak voor ondersteuning en zorg van inwoners. Met ingang van 2017 zijn er structureel meer middelen beschikbaar voor de hulp bij het huishouden. Daardoor neemt het financieel risico op deze vorm van ondersteuning iets af.
Sociaal risico (1): Een toename van hulpvragen
De bevolking van de gemeente Dronten vergrijst. Tussen 2010 en 2020 neemt het aantal 65-plussers toe van 13,2% naar 16,9% (2.370 inwoners). Ondanks dat het aantal ouderen toeneemt, en daarmee hoogstwaarschijnlijk ook de hulpvraag van inwoners nemen de budgetten langzaam af. Daarnaast blijven ouderen steeds langer thuis wonen, waardoor het beroep op de Wmo-voorzieningen zoals woningaanpassingen, rolstoelen en ondersteuning aan huis groter wordt.
Beheersmaatregel:
Door de voorliggende en algemene voorzieningen beter te positioneren en verbindingen te leggen tussen verschillende voorzieningen willen we ervoor zorgen dat veel hulpvragen van inwoners hiermee worden opgevangen. Daardoor voorkomen we dat het aantal inwoners dat gebruik maakt van maatwerkvoorzieningen te sterk zal stijgen. Door de efficiënte contractering (op basis van kostprijs), kunnen we meer mensen helpen met hetzelfde budget.
Sociaal risico (2): ontregelde huishoudens en verwarde personen
De GGZ, en daarmee ook de crisisdienst van de GGZ, voor volwassenen valt onder de Zorgverzekeringswet. Een goede samenwerking tussen de gemeente (interventieteam), de politie en de crisisdienst van de GGZ is van groot belang om adequaat te handelen bij crises. De GGZ heeft te kampen met bezuinigingen, waardoor er te weinig tijd en ruimte is om altijd in actie te komen bij geval van crisis.
Beheersmaatregel:
Met de doorontwikkeling van het interventieteam en de samenwerking met verschillende partijen wordt ingezet op het verbeteren van de samenwerking tussen het interventieteam en de crisisdienst van de GGZ. In regionaal verband wordt het functioneren van de crisisdienst GGZ gemonitord.
Financieel en sociaal risico: Faillissement zorgaanbieder
De bezuinigingen en de wijze waarop aanbieders hier mee omgaan, kan mogelijk leiden tot faillissement van aanbieders, waardoor het aanbod voor onze inwoners in gevaar kan komen.
Beheersmaatregel:
De gemeente contracteert aanbieders via de methode bestuurlijk aanbesteden. Wij sturen op een breed palet aan aanbieders om risico te spreiden zodat ingeval van faillissement andere aanbieders de cliënten kunnen overnemen en continuïteit van zorg voor onze inwoners zoveel mogelijk gegarandeerd wordt.
Risico’s Jeugdwet
Toelichting:
Met het gefaseerd doorvoeren van het objectieve verdeelmodel neemt het financiële risico bij de Jeugdwet behoorlijk toe. Bij de Jeugdwet is er naast het financieel risico (ontoereikend budget) ook sprake van een juridisch en sociaal risico. Op basis van de resultaten 2015 (4e kwartaalrapportage
Sociaal Domein) is begin 2016 geconstateerd in de Actualisatie beleid en uitvoering sociaal domein 2016
dat het beleidskader van het beleidsplan Transitie Sociaal Domein niet hoeft te worden aangepast.
Door de verdere kortingen van het rijk is het financiële risico (ontoereikend budget) groter geworden. Of dit ook leidt tot een groter juridisch en sociaal risico kunnen we pas beoordelen op basis van de resultaten in 2016 en 2017.
Juridisch risico: uitvoering leidt tot bezwaren en knelpunten pgb
Omdat door of namens de gemeente een groot aantal nieuwe beschikkingen zal worden afgegeven, verwachten we ook extra bezwaarschriften. In 2015 is de regio - vanuit de landelijke afspraken en het overgangsrecht – verplichtingen aan gegaan met de huidige aanbieders. Als veel ouders kiezen voor het aanvragen van een persoonsgebonden budget (pgb) voor bovenlokale hulp, lopen we een financieel risico (toekenning) of een juridisch risico (afwijzing). Voor lokale ondersteuning is dit risico beperkt, omdat niet vooraf verplichtingen zijn aangegaan voor de omvang van het aanbod.
Beheersmaatregel:
In de loop der jaren ontstaat jurisprudentie waarmee duidelijker wordt wat wel of niet mogelijk is in het kader van de Jeugdwet. De behandeling van bezwaarschriften en eventuele aanpassing van het beleid kunnen extra capaciteit vergen. Dit risico heeft zich tot op heden nog niet voorgedaan, de pgb gesprekken zijn gevoerd en hebben niet geleid tot toename van bezwaarschriften.
Sociaal risico: uitvoering van beleid geeft niet de gewenste resultaten of leidt tot ongewenste resultaten
Het voormalig systeem van jeugdzorg heeft een aantal negatieve effecten die wij met ons nieuwe beleid willen voorkomen. Daarnaast hebben we de opdracht om te de-medicaliseren en te normaliseren. De doelen daarvan zijn opgenomen in het beleidsplan.
Wij willen geen gezinnen tussen de wal en het schip, geen lokale wachtlijsten en tegelijkertijd willen we meer gezinnen die het op Eigen Kracht redden of met vormen van ondersteuning in plaats van hulp. Het kan zijn dat in de uitvoering blijkt dat ons beleid niet tot het gewenste resultaat bij gezinnen leidt of zelfs tot ongewenste resultaten.
Beheersmaatregel:
Wij volgen in deze beleidsperiode de uitvoering intensief. Ook leggen wij het beleid niet in beton vast, maar zijn wij bereid op basis van de praktijk het beleid tussentijds aan te passen.
Financieel en sociaal risico: Faillissement zorgaanbieder
Door bezuinigingen en meer inzet op lichtere zorgvormen en preventieve maatregelen zal het volume/ budget beschikbaar voor een aantal Jeugdhulp aanbieders teruglopen. Dit kan mogelijk leiden tot faillissement, waardoor passend aanbod voor onze inwoners in gevaar kan komen.
Beheersmaatregel:
De gemeente contracteert aanbieders via de methode bestuurlijk aanbesteden. Wij sturen op een breed palet aan aanbieders om risico te spreiden zodat ingeval van faillissement andere aanbieders de cliënten kunnen overnemen en continuïteit van zorg voor onze inwoners zoveel mogelijk gegarandeerd wordt. Afgelopen jaar zijn 1 lokale en 2 regionale aanbieders in financiele problemen gekomen. Daarbij zijn afspraken gemaakt over continuiteit van zorg en overname van personeel. Bij 1 aanbieder is een fusie met een andere aanbieder gerealiseerd.
Risico’s Participatiewet/herstructurering SW-bedrijf
Toelichting:
De financiële kaders van de participatiewet bevatten onder meer de volgende risico’s: de doelgroep wordt groter, vanwege de recessie doen meer mensen een beroep op bijstand en de beschikbare re- integratiemiddelen lopen terug (van 1,1 miljoen in 2015 tot 832.000 euro in 2021). Dit is een daling van 18%. Het WSW-budget maakt vanaf 1 januari 2015 onderdeel uit van het Participatiebudget. Ook dit brengt risico’s met zich mee, omdat de beschikbare middelen voor mensen met een Wsw-indicatie omlaag gaan, de pensioenkosten fors stijgen door het stopzetten van nieuwe instroom, de huidige omzet van het SW-bedrijf onder druk staat en het rijk geen herstructureringsfaciliteit meer beschikbaar stelt. In de kadernota 2014 is aangegeven dat de uitvoering van de participatiewet binnen de door het rijk beschikbaar gestelde kaders dient plaats te vinden. Een uitzondering hierop zijn de genoemde eventuele exploitatietekorten die gedurende de herstructurering periode 2013-2017 van het SW-bedrijf IMpact zijn benoemd.
In het beleidsplan TSD is voor de Participatiewet een knip gemaakt tussen de jaren 2015 - 2016 en de periode vanaf 2017. Dit in afwachting van de resultaten van de business case uitvoering Participatiewet/ Wsw. Inmiddels is berekend dat de business case om te beginnen circa € 70.000 oplevert. Deze bijdrage aan de begroting van de Participatiewet is niet voldoende om het tekort op te lossen. Dit vraagt naar alle waarschijnlijkheid om een heroverweging van het beleidsplan TSD – deel Participatiewet. En daarmee de afweging om niet alle doelgroepen met dezelfde intensiteit te activeren/ ondersteunen of bepaalde (onderdelen van) doelgroepen niet langer te activeren/ ondersteunen. Hierbij moet het risico in kaart worden gebracht dat een keuze in doelgroepen kan leiden tot toenemende problematiek bij die doelgroepen. Dit zou kunnen leiden tot afname van de uitstroom wat een negatief effect op het inkomensdeel heeft. Het kan ook leiden tot hogere zorgkosten.
Beheersmaatregel:
In het najaar 2016 wordt aan de raad een voorstel gepresenteerd met daarin voorstellen om het tekort op het participatiebudget terug te dringen. Op grond van het projectplan Participatiewet worden maatregelen uitgewerkt die kunnen leiden tot een heroverweging van het beleidsplan TSD-deel Participatiewet. Bij die maatregelen worden de risico’s benoemd en afgewogen.
Risico op bijdrage in exploitatietekort werkvoorzieningschap Impact
Toelichting:
Impact voert de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit voor de gemeenten Kampen en Dronten via een gemeenschappelijke regeling. Deelnemende gemeenten dragen naar rato bij aan een eventueel exploitatietekort. Dronten draagt 25% van de tekorten van IMpact. Vanaf 2011 staat de gemeente garant
voor geldleningen van IMpact bij de BNG. Voor die garantstelling heeft Dronten een 1e hypotheek
gevestigd op de bedrijfslocatie van IMpact in Dronten. Dit risico is onder garantstellingen opgenomen.
IMpact heeft begroot het jaar 2016 af te sluiten met een verlies van € 678.000. De gemeenten Kampen en Dronten bevoorschotten dit tekort in de verhouding 75%-25% om een liquiditeitstekort in 2016 te voorkomen. Voor Dronten is deze extra bijdrage 169.500 euro.
Beheersmaatregel:
De gemeenten volgen en beoordelen de ontwikkelingen bij IMpact kritisch o.a. middels maandrapportages. Daarnaast heeft de business case die samen met de gemeente Kampen is uitgevoerd geleid tot het besluit om de Participatiewet te gaan uitvoeren in het gezamenlijk netwerkplatform Kampen-Dronten. Het samenwerken binnen dit platform leidt tot synergie- en schaalvoordelen. In de 2e fase (2017) wordt bekeken of er op minder locaties gewerkt kan worden en wordt gestart met het verkennen van de mogelijkheden om bedrijfsonderdelen van Impact in de markt onder te brengen.
Risico inkomensdeel P-wet
Toelichting
Er kunnen begrotingstekorten ontstaan bij hogere uitgaven voor het inkomensdeel P-wet zonder dat daar extra rijkinkomsten tegenover staan.
In 2013 is een flink overschot op het inkomensdeel P-wet ontstaan. Dit was enerzijds te danken aan de effecten van het ingezette beleid, waardoor het aantal uitkeringsgerechtigden in aantal stabiel is gebleven en anderzijds aan het vervallen van de afspraken in het bestuursakkoord, waardoor de “oude” berekeningssystematiek van vóór het bestuursakkoord wordt toegepast. Het overschot 2013 is conform het raadsbesluit bij de 4e firap 2013 in de daarvoor bestemde reserve inkomensdeel gestort. Met deze reserve is het financiële risico lager geworden. In 2014 werden de effecten van het op slot gaan van de
WSW en Wajong zichtbaar. De instroom van de doelgroep met een zorgperspectief nam toe. Gelijk met de instroom van nieuwe doelgroepen die voorheen in de Wajong en WSW terecht kwamen, is in 2015 de berekeningssystematiek voor de BUIG aangepast.
Voor 2015 is de uitkering flink lager uitgevallen. Zowel over 2015 als 2016 loopt een bezwaar tegen de hoogte van de uitkering, waarvan de basis voor de berekeningsgrondslag niet overeenkomt met onze gegevens. Tekorten tot en met 5 procent zullen binnen de eigen begroting opgelost moeten worden. Voor tekorten tussen de 5 en 10 procent geldt een bijdrage van 50%. Op basis hiervan is de kans op het voordoen van dit risico bij de begroting 2016 verhoogd en de impact verlaagd, rekening houdend met de bestemmingsreserve inkomensdeel.
Beheersmaatregel
In de uitvoering optimaal inzetten op de poortwachtersfunctie, arbeidsbemiddeling en handhaving om instroom te beperken en uitstroom te bevorderen en daarmee de uitgaven op het inkomensdeel te beperken. Voor incidentele overschrijdingen wordt de bestemmingsreserve inkomensdeel ingezet. Deze reserve is echter niet toereikend om meerjarige tekorten op te vangen.
Risico regelgeving Vpb en BBV –gewijzigd-
Toelichting
Door wijzigingen in de BBV kunnen o.a. minder rentekosten worden doorgerekend aan de grondexploitaties. Per 1 januari 2016 is de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen (hierna Vpb) in werking getreden. In april 2016 is het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gewijzigd. De wijzigingen hebben negatieve gevolgen voor onze begroting. Een deel van de effecten op onze meerjarenbegroting is doorgerekend. Ondanks dat met name de Vpb al in werking is getreden en de wijzigingen van de BBV zijn vastgesteld, zijn de exacte effecten van al deze wijzigingen nog moeilijk te bepalen. Dit is ook in een raadsbrief in februari 2016 met de raad gedeeld. Het deel wat we nu kunnen berekenen betreft met name de beperking van de rente die wij vanuit de gemeentelijke exploitatie kunnen doorrekenen aan de grondexploitatie. Het gaat om in totaal bijna € 900.000. In de kadernota 2017 is voorgesteld dit nadeel te dekken door wijzigingen in ons financieel beleid (geen rente meer toerekenen aan reserves). Het nadelig effect van de overige wijzigingen is op dit moment moeilijk in te schatten. We gaan in bovenstaande risicotabel uit van een maximaal effect van 200.000 euro.
Beheersmaatregel
In deze begroting is de wijziging wat betreft het rentenadeel en de dekking via de wijzigingen in het financieel beleid verwerkt. In de loop van 2017 verwachten we een beter beeld te hebben op de effecten van de overige wijzigingen in het BBV en vanuit de Vpb.
Risico grondexploitatie: risico op tekorten voor algemene dienst
Toelichting
Wanneer tekorten en afwaarderingen in de grondexploitatie niet binnen de algemene reserves van de grondexploitatie kunnen worden opgevangen, dient vanuit de algemene reserve een aanvulling plaats te vinden op de algemene reserve Grondexploitatie. De stand van de reserve grondexploitatie per 1-1-2016 bedraagt € 1 miljoen. De woningmarkt vertoont een licht herstel. Dit is ook verwerkt in het woningbouwprogramma dat in juni 2016 is vastgesteld (woonvisie 2016-2021). Bij de uitgifte van de bedrijventerreinen zien we de effecten van het huidige lichte economisch herstel nog niet terug in de verkoop van bedrijfskavels.
De gewijzigde voorschriften van de BBV en de daaruit volgende noodzakelijke beheermaatregelen voor complexen met een looptijd langer dan 10 jaar vormen een aanzienlijk risico. Ook de gevolgen van de invoering van de Wet op de Vennootschapsbelasting (VpB) zullen een negatief effect hebben op de geprognotiseerde resultaten. Bij het opstellen van de slotrapportage 2016 en de perspectiefnota 2017 (bij de jaarrekening 2016) worden deze effecten financieel verwerkt. Medio 2016 wordt een nieuwe nota grondbeleid aan de raad aangeboden waarin de wijzigingen BBV en VpB zijn verwerkt.
Beheersmaatregel
Grondexploitaties worden in ieder geval zowel bij de slotrapportage als bij de jaarrekening geactualiseerd en er wordt strak gemonitord op de voortgang en financiële stand van zaken. Indien tussentijds substantiële wijzigingen voordoen, worden deze indien nodig aan de gemeenteraad voorgelegd ter besluitvorming. Woningbouwprognoses worden periodiek bijgesteld. In 2014 is een aantal maatregelen genomen om een negatief resultaat op grondexploitaties te beperken. Ook zijn de parameters voor opbrengst- en kostenstijging voor de periode 2013-2017 aangepast. In juni 2016 is de woonvisie 2016-2021 vastgesteld met een indicatief woningbouwprogramma van 250 woningen per jaar.
Risico eigenaarschap sociale huurwoningen MFG Swifterbant – nieuw-
Toelichting
Door de raad is in mei 2016 ingestemd met het voorstel tot eigenaarschap en exploitatie van de 30 te bouwen sociale huurwoningen in het project MFG Swifterbant. Om de voortgang van het project niet te belemmeren is besloten tot een voorlopige 100% gemeentelijke rol bij deze woningen. Andere partijen zijn op dit moment (nog) niet in beeld. Dit laat onverlet dat onverminderd (ook na oplevering) gezocht zal worden naar marktpartijen die de rol van de gemeente willen overnemen (eigenaarschap en exploitatie). Indien een partij wordt gevonden gedurende de looptijd van de exploitatie treedt een zogenaamd uitpondscenario op. Bij een onmiddelijke uitponding is een extra afschrijving van maximaal 2.000.000 euro noodzakelijk omdat corporaties en commerciele beleggers een hogere disonteringsvoet hanteren dan het rendement van 3,5% waar de gemeente mee rekent. Vanwege aflossing zal deze extra afschrijving gedurende de exploitatieduur steeds lager worden. Er zijn ook scenario’s denkbaar dat een maatschappelijk belegger genoegen wil nemen met een lagere disconteringsvoet. Daarom is de kans dat het risico zich voordoet ingeschat op 50%.
Beheersmaatregel
Wanneer een uitpondsituatie zich voordoet kan een afweging worden gemaakt tussen verkoop of door exploiteren binnen een gezonde exploitatie.
Risico extra beheerkosten openbare ruimte
Toelichting
Bij actualisering van beheerplannen wordt een reële aanname van toekomstige areaaluitbreidingen en een loon- en prijscompensatie meegenomen. Bij de Kadernota 2013 is echter besloten de loon- en prijscompensatie uit het beheerplan wegen deels (50%) in de begroting mee te nemen. Hierdoor ontstaat een financieel risico.
Daarnaast is per 1 april 2016 een verbod van kracht op het toepassen van chemische middelen bij onkruidbestrijding op verhardingen. In de begroting 2016 is hiervoor een extra budget opgenomen, waardoor dit financieel risico niet meer aanwezig is.
Beheersmaatregel
Monitoren van kosten in relatie tot beschikbaar budget en prioriteren van noodzakelijk beheer voor wat betreft beheerplan wegen.
Risico OFGV herziening kostprijsberekening (nieuw)
Toelichting
Het bestuur OFGV beraadt zich op een herziening van de kostprijsberekening. De uitkomsten worden eind 2016 bekend en kunnen leiden tot een negatief financieel effect voor onze gemeentelijke bijdrage. De maximale impact wordt ingeschat op 200.000 euro met een kans van 50%.
Beheersmaatregel
Wanneer er een negatief financieel effect optreedt moeten we wellicht keuzes maken in de af te nemen diensten voor zover die niet verplicht hoeven worden afgenomen.
Risico op minder leges omgevingsvergunning (bouw)
Toelichting
In 2012 is geconstateerd dat de inkomsten op leges omgevingsvergunningen (activiteit bouw) achterbleven. Ook de wetwijziging in november 2014 voor vergunningsvrij bouwen heeft tot een lager aantal aanvragen in 2015 geleid.
Beheersmaatregel
Bij de legesverordening 2016 is besloten de legestarieven omgevingsvergunningen voor 3 jaar (2016-2018) met 10% te verhogen waarmee de maximale kostendekkendheid van deze leges beter wordt benaderd. Daarmee schatten we de impact en kans dat dit risico zich in 2017 voordoet lager in.
Risico hogere ICT-kosten
Toelichting
In 2013 is het ICT beheer aanbesteed. De aanbesteding past binnen de budgetten die bij het informatiebeleidsplan 2013-2017 zijn toegekend. Op het gebied van ICT gaan de ontwikkelingen snel en worden steeds hogere eisen gesteld. Het risico blijft aanwezig dat de komende jaren zowel incidenteel als structureel hogere kosten ICT noodzakelijk zijn. Naast financiële risico’s speelt bij ICT ook het risico van informatieveiligheid.
Beheersmaatregel
De manager IM (informatiemanagement) is verantwoordelijk voor beheersing van de ICT-budgetten. Er is in 2013 een ICT-adviesgroep ingesteld die zich richt op ontwikkelingen en prioritering van ICT om hogere kosten te voorkomen. In 2017 wordt een nieuw meerjarig informatiebeleidsplan opgesteld.
Het informatieveiligheidsbeleid is in juli 2014 door het college vastgesteld. In december 2015 is het informatieveiligheidsplan vastgesteld, waarmee invulling wordt gegeven aan het borgen van informatieveiligheid vanuit de risicoscan die in 2015 is uitgevoerd binnen de organisatie.
Risico in Programma dienstverlening/ BRP
Toelichting:
Er is een risico op hogere lasten als gevolg van ontwikkelingen in het “Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid (i-NUP) en aanvullende eisen van het rijk. Een ontwikkeling waarvan de financiële impact op dit moment nog onduidelijk is betreft de modernisering GBA (Basisregistratie
Personen=BRP). De gevolgen van dit risico zijn deels structureel en deels incidenteel. In de Programmabegroting 2014 is incidenteel € 50.000 opgenomen om dit project komende jaren voor te bereiden. De landelijke implementatie van BRP is door het rijk uitgesteld tot 1 juli 2018 waarbij eerst de zogenaamde koploper gemeenten kunnen aansluiten en alle gemeenten uiterlijk in 2020 aangesloten moeten zijn.
Beheersmaatregel
In 2011 is Egem-I en de uitvoering van NUP ondergebracht in het Project Verbetering dienstverlening 2010-2014. In 2015 is een nieuw programmaplan 2015-2018 door de raad vastgesteld. De programmamanager is verantwoordelijk voor monitoring van het beschikbaar gestelde budget. Er wordt halfjaarlijks gerapporteerd over de voortgang van het programma aan de raad. Wat betreft de voorbereiding op het BRP wordt in 2017 het proces binnengemeentelijke levering persoonsgegevens geoptimaliseerd om de aansluiting op BRP soepel te laten verlopen.
Risico personeel (politiek verlof c.q. terugkeergarantie)
Toelichting
In de afgelopen jaren zijn een 3-tal ambtenaren in hun woonplaats wethouder geworden. Deze ambtenaren zijn met politiek verlof. Op het moment dat zij geen wethouder meer zijn, kunnen zij weer aanspraak maken op een functie bij de gemeente Dronten. Aangezien hun functies inmiddels weer zijn ingevuld, worden zij op dat moment bovenformatief wanneer geen passende functie beschikbaar is. Daarnaast zijn 3 collega’s voor een langere periode gedetacheerd. Wanneer deze detachering wordt beëindigd, is het ook onzeker of op dat moment een passende functie voor deze collega’s beschikbaar is.
Beheersmaatregel
Op het moment dat een collega aangeeft aanspraak te maken op de afspraken binnen het politiek verlof c.q. terugkeergarantie wordt gezocht naar een passende functie. Wanneer geen passende functie beschikbaar is, wordt een traject van werk naar werk gestart waarbij een periode van 2 jaar geldt. Zonder resultaat wordt daarna een ww-traject gestart. We kiezen er op dit moment niet voor een voorziening te treffen, aangezien het zeer onzeker is of en wanneer iemand gebruik zal maken van de regeling.